Opdracht 1: Sluit je linkeroog. Kijk vervolgens recht naar het plusje en ga langzaam met je hoofd dichter naar het beeldscherm. Wat gebeurt er?
|
|
In onderstaande afbeelding zie je wat er in werkelijkheid met het beeld gebeurde. Het plusje komt terecht op de gele vlek, de plek om scherp te kunnen zien. Het rondje valt nu naast de gele vlek en in een bepaald geval zelfs op de blinde vlek. Omdat hier geen zintuigcellen zitten (vanwege de oogzenuw) neem je nu geen stip meer waar.
|
|
Opdracht 2:
Lukt het niet in één keer? Probeer het dan nog eens
|
|
Opdracht 3: Sluit nu je rechter oog en kijk naar het plus teken. De oranje stip beweegt vanzelf in je blinde vlek.......
|
Opdracht 4: Waarom heb je in het dagelijks leven geen last van je blinde vlek? Kijk nu met beide ogen open naar de afbeelding. Beweeg je hoofd langzaam naar de afbeelding toe. Je zult merken dat je altijd de oranje stip en het pusteken blijft zien. De oranje stip en het plusteken vallen met beide ogen open nooit tegelijk op beide blinde vlekken. |
|