accumulatie
|
ophoping, vaak gebruikt voor een schadelijke stof in voedselketens
|
afvaleters
|
bodemdieren die het afval van makers en gebruikers eten
|
ammoniak
|
een anorganische verbinding van stikstof en waterstof met de molecuulformule NH3
|
ammonificatie
|
omzetten van een organische stikstofverbinding in onder andere ammoniumionen
|
ammoniumion
|
de anorganische stof NH4+
|
biologische bestrijding
|
bestrijden van plagen met biologische methoden, bijv. door een natuurlijke vijand te gebruiken of gebruik te maken van lokstoffen
|
broeikasgas
|
zijn gassen die door hun aardopwarmingsvermogen in de atmosfeer bijdragen aan het verhogen en in stand houden van de evenwichtstemperatuur van de Aarde. Dit verschijnsel noemt men het broeikaseffect
|
denitrificerende bacterie
|
bacterie die verantwoordelijk is voor denitrificatie; zet nitraationen om ingasvormig stikstof (N2)
|
detritus
|
substantie bestaande uit organische resten van planten en dieren
|
duurzaamheid
|
dat de invloed van de activiteiten van de mens geen blijvende schade aanricht aan het milieu, zodat ook toekomstige generaties er gebruik van kunnen maken
|
eutrofiëring
|
sterke toename van de hoeveelheid mineralen (o.a. fosfaat en nitraat) in oppervlaktewater, waardoor voedselrijk water ontstaat
|
eutroof
|
voedselrijk, met veel mineralen
|
fotochemische stikstofbinding
|
bij onweer kan gasvormig stikstof gebonden worden. Stikstof reageert dan met ozon (O3), en hierbij ontstaat nitraat
|
groenbemesting
|
het verbouwen van vlinderbloemige planten op grond die arm is aan nitraationen
|
herbicide
|
een bestrijdingsmiddel dat onkruid doodt
|
heterotroof
|
niet in staat tot koolstofassimilatie, dus niet in staat uit anorganische stoffen organische op te bouwen
|
insecticide
|
een bestrijdingsmiddel dat insecten dood
|
in-vitrofertilisatie
|
reageerbuisbevruchting (IVF), het bevruchten van de eicel in vitro
|
knolletjesbacterie
|
stikstofbindende bacterie in de wortelknolletjes van vooral vlinderbloemige planten
|
koolstofkringloop
|
cyclische reeks van processen die koolstofatomen in en buiten organismen doorlopen
|
kunstmatige inseminatie
|
kunstmatig inbrengen van sperma in het vrouwelijk voortplantingsstelsel
|
kunstmest
|
bestaat vooral uit stikstofhoudende mineralen en fosfaat
|
monocultuur
|
op grote landbouwarealen wordt 1 soort gewas verbouwd
|
nitraat
|
de anorganische stof NO3-
|
nitraatbacterie
|
zetten nitrietionen (NO2-) om in nitraationen (NO3-)
|
nitriet
|
de anorganische stof NO2-
|
nitrietbacterie
|
zetten ammoniak en ammoniumionen om in nitrietionen (NO2-)
|
nitrogenase
|
enzym dat N2-moleculen kan splitsen
|
persistente stof
|
stof die niet of nauwelijks op natuurlijke wijze kan worden omgezet
|
pesticide
|
een bestrijdingsmiddel
|
plaag
|
ongeremde vermenigvuldiging van een bepaald soort organisme
|
reducenten
|
bacterien en schimmels; breken organische stoffen af tot anorganische stoffen
|
resistent
|
erfelijke weerstand. Resistente individuen ontstaan door mutatie, resistente populaties ontstaan door selectie
|
rioolslib
|
het afval dat in de bezinktanks achterblijft bij waterzuivering
|
rottingsbacterie
|
bacterie die eiwitten van dode organismen en de afbraakproducten van eiwitten omzetten in ammoniak en waterstofdisulfide
|
stikstofassimilatie
|
uit nitraationen en glucose worden stikstofhoudende organische verbindingen opgebouwd, zoals eiwitten
|
stikstofbindende bacterie
|
zetten gasvormig stikstof om in ammoniak
|
stikstoffixatie
|
het binden van stikstof
|
uitputting
|
het onttrekken van stoffen aan het milieu
|
uitspoeling
|
verwijdering van stoffen, vooral mineralen, uit oppervlakkige bodemlagen door waterverplaatsing.
|
ureum
|
organische stof, die het belangrijkste product van de eiwitafbraak bij zoogdieren vormt.
|
veredeling
|
door kruising, selectie en andere methoden gunstige eigenschappen in gewassen combineren
|
versterkte broeikaseffect
|
de verhoogde concentraties aan broeikasgassen in de atmosfeer versterken het natuurlijke broeikaseffect en leiden bijgevolg tot een verhoging van de gemiddelde aardtemperatuur én dus tot een globale De verhoogde concentraties aan broeikasgassen in de atmosfeer versterken het natuurlijke broeikaseffect en leiden bijgevolg tot een verhoging van de gemiddelde aardtemperatuur én dus tot een globale klimaatverandering
|
vruchtwisseling
|
ook wel wisselteelt; dit houdt in dat nooit twee jaar achtereen hetzelfde gewas op een bepaald stuk grond wordt verbouwd
|
waterbloei
|
optreden van zeer grote hoeveelheden wieren en cyanobacterien. Algen- of waterbloei kan het gevolg zijn van kunstmatige of natuurlijke eutrofiering
|