- Home
-
Onderbouw
-
L1B
- L1B Th 1. Wat is Biologie?
- L1B Th 2. Planten
- L1B Th 3. Organen en cellen
-
L1B Th 4. Ordening
- 1 th 4. Samenvatting
- 1 th 4. Groei bacterie
- 1 th 4. Deling bacterie
- 1 Th 4. Groei schimmel
- 1 Th 4. Proces van rotting
- 1 th 4. Ezelsbrug ordening
- 1 th 4. Biobits ordening
- 1 th 4. Zoekkaart ordening
- 1 th 4. ICT les
- 1 th 4. Oefening anatomie
- 1 th 4. Ordening Biobits
- 1 th 4. Vreemd leven
- 1 th 4. De jacht
- Natuur in Twente laag 1
- L1KT
- 1HV
- L1V-E
- 2B
- 2C
- 2D
- 2E
-
3 HAVO
- 3H Th 1. Verbranding
- 3H Th 2. Voeding en vertering
-
3H Th 3. De bloedsomloop
- Het hart
- Bloedstolling
- Bouw en werking hart
- Bloedvaten
- Hartinfarct
- Andere hart ziektes
- Medische ingrepen
- ECG
- Oefening bloedsomloop
- Waarom bloed nodig?
- Oefeningen bloed-hart
- Antwoorden bloed-hart
- Bloedtesten
- Er was eens het bloed
- Er was eens het hart
- Er was eens de nieren
- Er was eens de bloedplaatjes
- Er was eens de lever
- Er was eens Lymfestelsel
- Er was eens bloedplaatjes
- Er was eens Beenmerg 1
- Samenvatting Bloed
- 3H Th 4. Waarneming en regeling
- 3H Th 5. Erfelijkheid, evolutie
- 3H th 6. Ecologie
- 3H th 7. Mens en milieu
- 3H. Project Singraven
- 3 VWO
- 3E
-
L1B
-
Bovenbouw
- 4 HAVO
- 5 HAVO
- 4 VWO
- 5 VWO
- 6 VWO
- Nieuws
- Links
- Lokalen
- Contact
- Andere vakken
- Archief
- Actueel
- Docent
- Media
- Literatuur downloads
Het groeiproces van een aardappel
Dit zijn aardappelen. Aan aardappelen groeien uitlopers. Dat zijn die worteltjes op een aardappel. Als je een aardappel in de grond stopt, kan daar een aardappelplant uit groeien. Dat heet poten. Eerst groeien er uit de uitlopers wortels en stengels. De stengels gaan omhoog en de witte pluizige wortels groeien omlaag, de grond in. Als de stengels lang genoeg zijn, komen ze boven de grond. Na een tijdje komen er blaadjes aan. De blaadjes zijn eerst klein en opgevouwen, maar langzaam worden de blaadjes groter en spreiden ze zich uit. De plant wordt steeds groter. Intussen groeien onder de grond nieuwe aardappelen uit de aardappelplant. Als de plant groot genoeg is, komen er ook bloemen. Elk bloempje heeft een aantal oranjegele meeldraden. De stamper steekt als een groen staafje tussen de meeldraden naar buiten. Deze stamper wordt door een bij bevrucht. Als een bloem bevrucht is, groeit elke stamper uit tot een groene bes. In de bes zitten zaadjes. Dat zijn die witte pitjes. Als de zaadjes rijp zijn, vallen ze op de grond, en kunnen er nieuwe aardappelplanten uitgroeien. De oude aardappelplant sterft na enige tijd af. Dan zijn de aardappelen onder de grond, klaar om geoogst te worden. |